Tijd en aandacht zijn bepalend.
Meer tijd en aandacht voor de patiënt.
Op 11 december 2015 meldt de nieuwssite van de NOS dat artsen van het Radboud UMC in Nijmegen de komende drie jaar langer met hun patiënten mogen praten, als ze dat nodig vinden. Ook mogen ze buiten de bestaande protocollen treden. Gebleken was dat meer tijd en aandacht voor de patiënt tot minder behandelingen en medicijngebruik leiden. Het gevolg was een daling van de zorgkosten en een betere zorg voor de patiënt. De eerste cijfers lieten zelfs een lagere mortaliteit zien. Een klein bericht dat eigenlijk bizar is. Het huidige zorgsysteem blijkt te leiden tot een hogere sterfte van patiënten als gevolg van ‘overbehandeling’.
Een woordvoerder van VGZ zegt vervolgens dat je beter de prijs van een behandeling iets kunt verhogen zodat er meer tijd is voor de patiënt waardoor er uiteindelijk betere zorg kan worden geleverd. Het klinkt logisch, toch wordt het gebracht als nieuw dat tijd en aandacht tot betere zorg leiden. Het maakt ook duidelijk dat niet de zorgprofessional, maar de zorgverzekeraars bepaalt wat goed is voor de patiënt. Onder druk van alle bezuinigingen is de zorg verzakelijkt. Steeds meer zorg wordt vastgelegd in behandeleenheden (dbc’s, zorgmandjes, enz), procedures en protocollen. Dat heeft nog een keerzijde. Procedures, processen, verantwoording e.d. doen vermoeden dat het er niet toe doet wie de zorg uitvoert. Als een machine is de zorgverlener te vervangen door een ander, immers de behandeleenheden, procedures, processen en verantwoording zijn helder en inzichtelijk. En hier gaat het fout. In de zorg gaat het er nu juist om wie de zorg geeft. De hulpverlener als unieke persoon is het belangrijkste. Hij/zij maakt de relatie en daarmee de hulpverlening tot een succes (of niet). Voor de hulpverlener is deze erkenning van het grootste belang immers, als het er niet meer toe doet wie de hulpverlening geeft is er ook geen erkenning voor zijn/ haar “ambacht” en de wijze waarop de zorgverlener dit uitoefent. Hij/zij is dan slechts een onderdeel in de keten.
De artsen die meedoen worden door de zorgverzekeraar als ‘best een beetje dapper’ beschreven. Ze snijden toch ‘een beetje in eigen vlees’ want minder behandelingen betekent minder omzet. Los van de onvolwassen toon laat deze uitspraak de eendimensionale en perverse kant zien die kenmerkend is voor de fase waarin het zorgsysteem zit in deze tijd. Niet de ethische en professionele overwegingen t.a.v. de patiënt, maar geld blijkt de maatstaf. Natuurlijk ben ik blij met dit experiment van het Radboud UMC. Het is een stap in de goede richting en laat zien dat steeds meer artsen zelf ook een andere werkwijze voorstaan. Toch zal er een ingrijpende maatschappij brede paradigma verschuiving nodig zijn voor verdere noodzakelijke veranderingen.